Campingergernissenbingo
Het leven on the road bestaat grotendeels uit wonen op kampeerterreinen en dus uit samen leven met andere mensen, vreemden welteverstaan. En laat dat nu net niet mijn ding zijn haha. Ik erger me nogal snel en vind alles en iedereen irritant. Ik ben graag op mezelf en mijn personal space is heilig. Niet echt bepaald handig dus.
En niet alleen mensen, maar ook omstandigheden laten mijn haren soms overeind staan van frustratie. Daarom dus maar eens een lijstje (hoe kan het ook anders) met de meest voorkomende irritaties.
1. Nét effe te cosy
Zoals je in een treincoupé niet naast iemand gaat zitten als er nog genoeg plekken elders vrij zijn, ga je op een camping ook niet pal naast een ander staan als er verderop nog plek is. Dat vind ik tenminste. Andere mensen denken daar blijkbaar heel anders over.
En dan niet ‘gewoon’ naast, nee, hutjemutje-naast. Zo van dat je het gerommel met pannen uit hun caravan kunt horen. Of als ze ‘s ochtends vroeg de fietsen van de fietsendrager halen, dat je wakker wordt van het gestommel. Want dat is soms nog geen 4 meter bij mijn bed vandaan.
Als ik zie dat mensen te dichtbij willen komen staan, dan zeg ik er trouwens wel iets van. Verbaasde blikken all over. Snappen ze niks van.
Maar als ik een dagje weg ben kan het zomaar zijn dat ik bij terugkomst een iets te cosy geparkeerde caravan of camper (tenten zijn bijna uitgestorven) naast mijn zwerfhuisje aantref. Dan kan ik er niks meer van zeggen en is het een kwestie van uitzingen en wachten tot ze weggaan.
En met een beetje pech, wanneer ze dan ein-de-lijk vertrokken zijn en ik helemaal blij ben, komt een dag later de volgende naast me staan… Zo mogelijk nóg dichterbij. In die gevallen is winterkamperen -waarbij je zo’n beetje de enige bent- zo gek nog niet.
2. Kinderen, baby’s en ander spul met overactieve stembanden
Als er íets verboden zou moeten worden op kleinschalige kampeerterreinen dan zijn het wel kinderen. Die gillen en krijsen en janken de hele dag. En nacht. Zachtjes praten of geluidloos spelen kunnen ze niet en o ja, ze moeten ook altijd rennen.
Daar gaat je rust, terwijl je lekker met de blote pootjes in het gras op je laptop wilt werken. Of Facebooken. Of wilt luieren. Of whatever.
Ook honden (en hun baasjes!) vallen onder deze categorie. Het geblaf is nog tot daaraan toe, maar laatst vonden de baasjes het nodig elke paar minuten hun honden te corrigeren. Honden die voor geen meter luisterden overigens. Dat ging ongeveer zo: “Donna. Donna. Donnnnna. Hier. Donna! Donna hierrr! Hier! Potverrrdikkeme. Donna! Donna hierrrr. Hier!”
Donna kwam niet hier. De andere hond (Nellie, ook zo’n verschrikkelijke naam voor een hond) luisterde even goed als Donna.
3. Lichtgevecht
Wat ook echt ontzettend irritant is, is als in het sanitairgebouw de bewegingssensor voor het licht slecht staat afgesteld. Hoe vaak ik al niet in het douchehokje stond terwijl het licht uitging! Maar het kan nog erger. Op één camping ging het licht bij de wastafels al na 7 seconden uit. En dan moest je echt flink met je armen in de lucht zwaaien om het weer aan te laten gaan. Man, daar ga ik echt van schelden.
4. Schoon, schoner, schoonst
Campings waarvan de website vol trots vermeldt “Uiteraard staat hygiëne hoog in het vaandel, daarom maken wij meerdere malen per week het sanitair schoon” vermijd ik op voorhand. Dat moet namelijk elke dag gebeuren, zeker in het hoogseizoen. Maar soms tref je toch zo’n camping en dat is allerminst fijn. Overvolle prullenbakjes, idem doucheputjes (niet alleen haren maar ook bergen gras als er net gemaaid is) en remsporen -ook op onverwachte plekken- zijn dan overvloedig aanwezig.
5. Onlogica
Onlogische en dus onpraktische zaken tref je ook volop aan. In een douchehokje heb je toch altijd zo’n half scheidingswandje zodat je spullen droog blijven? Nou, soms zijn ze zo smal dat alle spetters er gewoon omheen vliegen. Is alsnog alles nat. Ook is het al eens voorgekomen dat de haakjes aan de muur ertegenóver hingen – echt superhandig. En soms ontbreekt gewoon dat hele wandje. Niet alleen je lijf gewassen, maar ook je handdoek en kleding zullen we maar zeggen.
6. Overmatige zintuiglijke prikkeling
Waar geluidproducerende kinderen nog enigszins natuurlijk zijn, vallen indringende sigarettenrook en muziek- en tv-geluiden voor mij in de categorie asociaal. En altijd is het op zo’n grens van wanneer is het legitiem om er iets van te zeggen en wanneer ben je een zeurpiet. En dus erger ik me mateloos aan al dat geweld dat mijn zintuigen wordt aangedaan. O ja, en als veganist met een afkeer voor vleesgeuren op de bbq-place-to-be wonen is ook niet echt een aanrader.
7. Vijf minuten
De meeste campingdouches zijn gewoon aan en uit te zetten wanneer je wilt. Maar er bestaan nog altijd campings met douchemuntjes. Die mijd ik zoveel mogelijk – ook dit staat meestal op de website aangegeven. Meestal, dus niet altijd. Een enkele keer tref ik het dus toch: 50 cent voor 5 minuten. En dan te bedenken dat het zeker een halve minuut duurt voordat het water op temperatuur is.
Het alternatieve systeem lijkt gebruiksvriendelijker, maar is nog steeds ergernismateriaal. Hierbij krijg je namelijk 5 minuten gratis warm water waarna de douche automatisch afslaat. Pas na 5 minuten wachttijd is het systeem weer klaar voor gebruik. Een tweede ronde zit er dus niet in.
Maar Tamara, let dan op. Je kunt ook op ‘pauze’ drukken, dan kun je je zonder lopende douche insoppen en daarna op je gemakje afspoelen. Nou, dat weet ik. Ware het niet dat de pauze niet te lang mag duren, want dan slaat hij ook af. Daar sta je dan met je ingesopte lijf. Meermaals overkomen met oplopende frustratie. Gelukkig was dan het hokje naast mij vrij en kon ik daar verder douchen, maar gedoe is het wel.
8. Witte rol
Ook campings zonder toiletpapier bestaan nog steeds. Helaas.
Ik blijf het er niet uit vinden zien: met zo’n witte rol onder je arm naar het sanitairgebouw lopen. Iédereen weet wat je gaat doen. En zeker als je wat langer wegblijft.
Ik scheur dus altijd gewoon een stuk af en stop het in mijn broekzak alvorens ik naar het douchegebouw loop. Maar ja, soms heb je wat meer nodig en dan neem ik de hele rol maar mee in m’n toilettas onder het mom van ik ga mijn tandenpoetsen ofzo. Misschien stom, maar zo werkt het in mijn hoofd.
Bonusfrustratie: geen toiletrolhouder of schapje in het wc-hokje. Moet je ondertussen ook nog die rol vasthouden, terwijl je je half aan en uit moet kleden. Snappen ze dat nou zelf niet?
9. Eerste levensbehoefte
Uiteraard zoek ik ook kampeerterreinen met gratis wifi uit. Anders is mijn bundel er zo doorheen. Meestal is de wifi prima in orde. Maar soms, soms valt ‘ie om de haverklap uit of heb je niet overal op het terrein bereik. En traag internet is ook geen uitzondering. Ik weet het, het is een service van de camping en dat hoeven ze niet aan te bieden. Maar ja, wifi is toch een soort eerste levensbehoefte geworden en als dit je dagelijks leven is, is het toch best frustrerend als het laden van een simpele internetpagina 3 minuten kost. Of als een youtube-filmpje elke 10 seconden opnieuw moet bufferen.
Bingo
Je zou denken dat al deze frustraties maken dat ik weer een gewoon huis zou verkiezen. Als ik het zo opschrijf en teruglees denk ik dat ook haha. Desalniettemin is het nog steeds een fijne manier van leven. Ik moet alleen zoeken naar fijne plekjes waar ik zo min mogelijk gestoord word en ik heerlijk kan genieten van het buitenleven.
Er zijn altijd wel concessies te doen: dan is het wel rustig, maar is het sanitair niet optimaal of andersom. Het is nergens perfect. Maar dat is het in een normale woning ook niet, toch?
Op het moment sta ik op een kampeerterrein met hoge hagen tussen de plaatsen (dus echt mijn eigen afgebakende plek, yes!), zo goed als feilloze wifi, redelijk schoon sanitair en een douche waar ik net zo lang onder kan staan als ik wil. En de andere vijf punten: bingo!
P.S. Gisteren was ik jarig en wie jarig is trakteert! Daarom ontvang je tot het einde van de maand bij een ZwerfPost-bestelling een buideltje geluk cadeau!
P.P.S. Wist je al dat ZwerfPost is vernieuwd? Kijk maar :)